Historie
't Munnikenhof in Grijpskerke in Zeeland is in de dertiende eeuw gesticht door de abdijheren van de Norbertijner Abdij in Middelburg. Het kasteeltje diende als buitenverblijf voor genoemde geestelijken en ook voor de ontvangst van bijv. adelijke gasten. Rondom het kasteeltje lagen oorspronkelijk fruitgaarden en moestuinen. In de 17 e eeuw is ’t Munnikenhof in handen gekomen van Jacob Cats, de welbekende dichter en staatsman. Deze heeft hier de meeste van zijn gedichten geschreven. Jacob Cats *) heeft ook veel betekend voor de ontwikkeling van de agrarische sector in Zeeland. Zelf stichtte hij op de grond van ’t Munnikenhof een boerderij.
Tot 1970 hebben het kasteeltje en de boerderij steeds als één eigendom bij elkaar gehoord. Omstreeks 1992 werd op de boerderij, door de familie Bierens, de minicamping ’t Munnikenhof in bedrijf gesteld. In het najaar van 2004 werd het grootste deel van het akkerland verkocht aan andere boeren en namen Francien en Anton Maljaars de boerderij over. Zij zetten de minicamping voort en bouwden vanaf 2008 een aantal vakantiewoningen, appartementen en een groepsaccommodatie. De boerderij, het woonhuis en het voormalig varkenshok zijn rijksmonument en zijn alle in het voorjaar van 2005 gerestaureerd.
Vanaf 1 september 2015 zijn Annelies en Leendert Janse uw gastvrouw en gastheer
*) Het gevoel dat Jacob Cats eeuwen geleden over ’t Munnikenhof in dichtvorm vastlegde is nog onverkort van toepassing:
Ick had een buytenhuys niet verre van de stadt,
Daer ick en mijn gesin een wijl in stilte sat
Ick schoude stadts gewoel, en koos het eensaem velt,
Want daer was toen ter tijt mijn wesen naer gestelt
Om buyten alle sorg te sitten in het groen,
Oock als ik ledig was genegen iet te doen.
Ick las, ick dicht’, ick schreef, ick maeckte zinnebeelden,
Terwijl mijn kleyne jeugt omtrent de boomen speelden.